De boeren en vissers waren de afgelopen jaren prominent in het nieuws. Om ‘de natuur te beschermen’ moeten boeren van hun land af, en vissers van hun eeuwenoude visgronden. Waar komt dat idee vandaan, dat de mens slecht is voor de natuur, en dat de natuur in reservaten beschermd dient te worden?
Het beeld dat zich aftekent na deze diepgravende studie is dat natuurbescherming al decennialang in wezen een onteigeningsbeweging is, die vanuit de VN is ingezet in 1976, en vervolgens wereldwijd haar weg heeft gevonden in nationale wetgeving. Daarnaast versterkt de tsunami van beleid een verkapte onteigeningsagenda. Het zorgt ervoor dat boeren, vissers en zelfstandige ondernemers dermate op kosten worden gejaagd, financieel en in uren, dat winstgevend ondernemen een steeds grotere uitdaging wordt. Het belemmert de vrije beroepsuitoefening, die steeds meer wordt overgenomen door bureaucraten in Den Haag en Brussel. Dit ondergraaft de middenklasse en het MKB – de ruggengraat van een vrije, innovatieve samenleving en de motor van de economie.
De boeren en de vissers zijn de spreekwoordelijke kanaries in de kolenmijn. De uitdagingen waar zij voor staan gaan ons allemaal aan. Het is hoog tijd voor de juiste discussie: de kern draait niet om stikstof en natuur, maar om voedselzekerheid, eigendomsrecht en ondernemersvrijheid.